Op een groot wit vel schrijf je in het midden het woord blij of als je deze oefening individueel wilt doen de naam van het kind. Erom heen schrijf je in een woordspin alles waar het kind of de groep blij van wordt. Als kinderen nog niet zelfstandig kunnen schrijven kunnen ze tekeningetjes maken of plaatjes of foto’s gebruiken. Tijdens een tweede moment kun je met de kinderen bespreken hoe het komt dat ze ergens blij van worden. Hierdoor geef je de kinderen meer woorden om zichzelf te leren kennen. Bijvoorbeeld als je blij wordt van voetballen. Komt dat dan omdat je hard kan rennen, spelinzicht hebt, vaardig bent met de bal of omdat je het leuk vindt om samen iets te doen.